Zo blijf je veerkrachtig als alles tegelijkertijd komt
Wat doe je als alles tegelijk komt? Doorvechten? Je terugtrekken? Apatisch voor je uit staren? Netflixen? In deze blogpost geef ik zeven tips die ik zelf afgelopen week inzette. Het werkte.
Vorige week begon best goed! Podcast opgenomen, ik heb een bruiloft gelivestreamd en ik heb er natuurlijk als een ontroerde panda bij zitten huilen. Ik heb scripts vertaald en een update van een videoreeks ingepland voor mijn innovatieprogramma The Creative Achiever, dat in het voorjaar weer start. Maar toen gebeurde het. Een paar aparte zwellingen in mijn rechterhand, waar ik al een paar weken last van had. Die groeiden uit tot een akelig ontstoken hand. En mijn week, daar lag eigenlijk een bom onder.
Die ontsteking ging heel snel. Ik kon niet wachten tot mijn afspraak bij de huisarts, die voor maandag was gepland. Ik werd in het weekend behandeld door een eerstehulp arts in het ziekenhuis. Ik kreeg direct medicatie. Ik ging daarna op zich gerust weer weer aan de slag met mijn werk, want ik dacht: er is naar gekeken, en er is medicatie, dus het komt wel goed. Maar de volgende dag ging het flink mis, en de ontsteking groeide. Mijn huisarts zag het op maandagochtend en die stuurde me linea recta terug naar de eerste hulp om direct doorgestuurd worden naar een chirurg. Ik fietste met natte wangen naar huis, pakte mijn tas en mijn limbische systeem schoot aan. Ik pakte mijn tandenborstel, mijn iPhone lader, en wat andere basics voor een eventueel verblijf in het ziekenhuis. En natuurlijk het hele gave boek over Tudor history dat ik van vriendin Else had geleend.
Dus van het inspreken van een podcast schakelde ik over naar een chirurg die zou inschatten of ik m'n vingers wel of niet zou kunnen houden, of in ieder geval geopereerd zouden kunnen worden die dag.
En we dachten dat 2020 nog niet wild genoeg was! De ervaring leert natuurlijk dat akelige situaties wel vaker niet alleen komen. Ik herinner me nog dat toen mijn ouders doodgingen toen ik 14 was, dat ik me moest bezighouden met het huis. Papierwerk. Weer naar school gaan, de proefwerkweek, en het boodschappen doen, als dat dan kon. Terwijl alle dagelijkse dingen ook gewoon door moesten gaan. Het komt nooit alleen, en om daar mee om te gaan is niet altijd even gemakkelijk.
Maar even terug naar die hand. Eenmaal in het ziekenhuis zag ik dat de ehbo gang in twee delen was verdeeld. Alles was keurig georganiseerd, maar het was wel natuurlijk wel heel kil en en kaal en iedereen in de wachtkamer was volgens covid-19 protocol alleen gekomen. Een dame strompelde met neurologische problemen die uit het niets waren opgekomen. Een andere dame had ontstekingen in haar gezicht. Ze had eigenlijk met vakantie willen gaan, maar dat feest ging helaas niet door. We bemoedigden elkaar, en merkten dat dat toch hielp. We zeiden dingen als 'hoop doet leven' en 'wie wil vakantie als je je gezondheid niet hebt', en dat soort dingen. Eenmaal op weg naar de afdeling hoorde ik mezelf tegen de arts zeggen: “Doe wat je moet doen. Red mijn vingers als dat kan, kan dat niet, doe dan ook wat je moet doen. Maar houd de cliniclowns weg. Ik haat clowns.” Ik flapte het er gewoon uit. Ik meende het ook echt, want ik heb echt een hekel aan clowns.
Ik kreeg daarop wat verwonderde blikken en ik vergaf mezelf de flauwe grap. Want ik had door dat dit mijn standaard reactie was bij stress. Grappen maken. Dus ik liet het gebeuren. Regel één bij onvoorziene ellende: accepteer je coping strategy, zelfs als het flauwe grappen zijn. Als je gezondheid in acuut gevaar is, is niet het moment om te kritisch op je eigen reactie te zijn. Regel twee: check in bij jezelf. Doe een sneller body scan. Hoe is je lijf er aan toe? Hoe reageert het? Waar voel je de stress en kun je het nog reguleren? En de derde regel bij onvoorziene ellende die allemaal tegelijk komt: ga uit van een worst case scenario, maar doe je jezelf een enorme lol en meng er humor in. Maak het groter en bizar. Ik bedacht me wat ik allemaal nog wel zou kunnen doen zonder een aantal van mijn vingers. Ik kwam op Bob Ross mond schilderen. En ik zou nog wel mijn mijn linker middelvinger kunnen opsteken als iemand iets stoms zou doen. Dat soort dingen. Ik zei zelfs zoiets als: “Als ik het niet overleef, geef me dan een extra schop om te kijken of ik echt wel dood ben voordat je me in de recyclebak gooit.” Dat soort humor. Nou ja, mijn humor dan.
Toen werd het ineens veel gemakkelijker voor me om te relativeren. Want natuurlijk zou ik in het ergste geval nog steeds mijn werk kunnen doen – ik zou nog steeds innovatie trajecten te kunnen begeleiden. Ik zou nog steeds online trainingen kunnen ontwikkelen en faciliteren. Ik zou nog steeds en andere organisaties kunnen helpen met innovatieprojecten en campagnes. Ik had nog steeds spreken op podia en dan blijf je claims en actievoeren voor betere omstandigheden voor weeskinderen in Nederland. Podcasts en video's maken, en meer. Natuurlijk zou het ingewikkelder worden. Meer tijd kosten. En ik zou hevig moeten prioriteren. Maar het was helder. Dat gaf me de rust om ook gewoon de moed bij elkaar te kunnen grabbelen om, als het nodig zou moeten zijn, er een prik in laten zetten en de chirurg te laten doen wat hij moest doen.
Naast die eerste drie regels bedacht ik me er nog vier:
Zeg gewoon dat je bang bent, maar dat je bereid bent offers te brengen. Zeg ja, ik ben bang voor wat ik moet doen.
Leg contact met een vertrouwd persoon, ook als diegene alleen telefonisch bereikbaar is door social distancing en ziekenhuis beleid rond covid-19. Ik had via WhatsApp contact met twee van mijn vriendinnen, en dat hielp.
Go head in first. Niet omkijken en gaan. Toen ik mijn tas inpakte voor het ziekenhuis, deed ik dat snel. Ik ben gewoon weggefietst en keek niet om.
En als laatste merkte ik dat het bemoedigen van anderen ook mij tegelijkertijd hielp. En dan ook meteen daar waar je het zelf nodig hebt. De ervaring delen helpt. 'Hoop doet leven' zeggen tegen een ander helpt je allebei.
Dus eigenlijk is het veerkracht en selfcare bij rampen, in zeven stappen. Veerkracht groeit meestal in messy omstandigheden. Het mooie hiervan is dat in the messy middle niets vaststaat. Dat kan eng zijn, maar soms is dat juist goed nieuws. Want dat betekent dat er altijd iets te redden valt.
Als je iemand bent die, als je iemand bent die in acute situaties in een vechtmodus schiet, in plaats van vluchten of bevriezen, dan heb je een reactie waarin je in een nanoseconde besluit vooral niet op te geven, maar om vol te houden. Maar de vraag is: is dit wel handig? In een eerdere video had ik het over het enorme verschil tussen opgeven en je overgeven. In het verlengde daarvan moest ik denken aan mijn 'moedig' live stream serie die ik twee jaar geleden deed. Ik haalde daar het boek 'Waking the Tiger' van Peter A. Levine in aan. Daarin had hij het onder andere over hoe het lichaam reageert op traumatische of gevaarlijke situaties. Hij was ooit gewond geraakt bij een ernstig verkeersongeluk, en op de plaats van dat ongeluk ging een omstander naast hem zitten, en bleef bij hem totdat de ambulance hem had opgehaald. Dat hielp hem de stress reguleren, en zijn lijf het hele schok verwerkingsproces in een natuurlijke ritme te laten gebeuren. Want dat is ook een vorm van overgave.
Overgave
Als je een ongeluk hebt gehad, dan kun je ook op dat moment niks veranderen aan hoe je lijf er aan toe is. Maar je kan wel proberen jezelf te reguleren, tenzij je meteen in een shock balandt. Maar omdat die omstander bij Peter ging zitten en helemaal aanwezig was met hem, belandde hij niet in een shock. Het is als het hertje dat wordt achtervolgd door een tijger, dan gegrepen wordt en uiteindelijk geen keuze heeft dan het onvermijdelijke te laten gebeuren. Iets soortgelijks gebeurt er in acute situaties, als het wijs is om je over te geven. Je stresshormonen en je zelfregulering zijn het snelste proces om en fysiek en mentaal snel weer bovenop te komen. Om er doorheen te komen. En mocht het kansloos zijn, dan kun je er ook niets aan veranderen. Ook dat gaat gepaard met een heel biologisch proces.
Het is handig om te leren herkennen wat wijs is: doorvechten of je overgeven. In mijn geval was het proces heel vlot. Ik schakelde snel naar de conclusie dat de koste wat kost de infectie weg wilde hebben, ook als dat iets echt heel akeligs als invasieve operatie of erger zou kunnen betekenen. Maar dan wel zonder cliniclowns. De conclusie gaf me rust, want er was kans dat het goed zou komen.
De chirurg zei vervolgens dat hij eigenlijk nog niet meteen wilde snijden, maar het alsnog met medicatie wilde proberen en dat er om de dag naar zou moeten laten kijken door een arts. In de loop van de week begon de infectie gelukkig te verminderen. Hij had het goed ingeschat. Helemaal tof natuurlijk, en iets om echt super dankbaar voor te zijn.
Handen zijn belangrijk. Maar omdat ik me had overgegeven en eigenlijk al het worst case scenario had bekeken, maar ook daar humor in had gelegd, hadden mijn hersenen genoeg peace of mind om de andere dingen te doen die ik ook nog moest doen in die week.
Zoals mijn inspreektekst opstellen voor de gemeenteraad van Amsterdam. En een learning journey ontwerpen. En stichtingzaken voorbereiden. Allemaal dingen die knap lastiger waren geweest, of misschien wel onmogelijk, als ik alleen maar bezig was geweest met volhouden, doorbijten, bang zijn.
Daar is niks heldhaftigs aan, maar het werkte wel. Mijn hand is aan de beterende hand. Volgende week komt de aflevering die ik voor vandaag eigenlijk had gepland voor dit channel.
En jij? En hoe is het nou met jou? Wat voor malle zaken heb jij deze week overleefd? En hoe kon je er mee omgaan? Of misschien juist wel niet? Want ja, ook als het niet lukt, is dat ook geen schande. Laat het vooral weten. :-)