Twitter is hartstikke leuk. Ik schreef er eerder deze week al over, dus ik ga niet nog eens uitleggen wat Twitter precies is (okee, een digitale kroeg, dat heeft Erwin Blom al verteld in zijn supergoede SlideShare-presentatie). Maar vanavond is Twitter offline. 't Ligt er gewoon uit! Ieks! En ik moet zeggen...it makes me feel uneasy. Dus is het misschien maar goed dat het niet werkt vandaag, dan kan ik even bedenken waarom ik er zo'n ongemakkelijk gevoel van krijg. Twitteraars hebben veelal de gewoonte tussen de bedrijven door hun ervaringen te delen met anderen. Nu kan dat ook wel op andere manieren (Hyves, Facebook, de telefoon en eh, jawel, gewoon van persoon tot persoon). Maar toch. Twitter went. En het is jammer als het niet werkt!
Meer lezen
Gisteravond zag ik eindelijk weer eens een roedel Twittervriendjes. Ik toog, na mijn overigens lange werkdag, naar de FlexBar in cultuurparadijs de Westergasfabriek in Amsterdam, waar een IPAN-bijeenkomst gehouden werd. Über-Twitteraar Erwin Blom - formerly known as hoofd Nieuwe Media van de VPRO en nu een tof wild online adviesleven leidend - vertelde met een stijlvaste Powerpointpresentatie wat de kracht van Twitter nu echt is. Ik moet zeggen: zag er goed uit! Voor echte Twitteraars staat er weinig nieuws in, maar voor wie nog steeds niet weet wat Twitter nu eigenlijk is en zich realiseert dat de vraag niet meer zonder enige gêne gesteld kan worden: klik door onderstaande presentatie van Erwin!
In mijn terugblik op het afgelopen jaar bezong ik al glorie over de vele handige web 2.0-tooltjes. Wat is dan een beter begin van 2008 dan om een paar van deze handigheden met jullie te delen?
PDFCreator
Iedereen weet: Adobe Acrobat is superhandig. Je kunt er PDF'jes mee lezen, wat vandaag de dag onvermijdelijk is op internet. Vaak worden interessante attachments in mails en op internet in PFD-formaat aangeboden. Maar hoe maak je ze nu zélf? Ook als je géén professionele versie van Acrobat hebt? Rapapaaa: PDFCreator. 
Helemaal gratis en zeer gemakkelijk in gebruik. Je kunt direct vanuit Word, Open Office-toepassingen en andere software een document omzetten in een PDF. Een kwestie van één druk op een knop. Veel plezier er mee!
StumbleUpon
Deze tool is gemeengoed onder digisurfers die zich graag laten verrassen. StumbleUpon is een gemakkelijk in je webbrowser te integreren functie die jou interessegebieden prikkelt. Je Geeft vooraf zelf je interesses aan, en met één druk op een knop krijg je iets wat mogelijk van je gading is. 
Artikelen, websites, weblogs, foto's video's, you name it. Je kunt ook aangeven of de vondst aansluit bij de interesses of niet, en wat je waardering is. De mogelijkheid om iemand de link toe te mailen is ook geïntegreerd. Ik heb me vandaag al laten verrassen door...
De JacksonPollock-kunsttool
24 uur stad
Maak je eigen Picasso
Creative Commons
Altijd bang geweest dat iemand anders er met je originele ideeën vandoor zou gaan? Vrees niet langer. 
Je kunt je werk door anderen laten publiceren, maar dan wel onder jouw licentie. Bij Creative Commons kun je gratis een licentieprofiel aanmaken. Als iemand dan jouw PowerPointpresentatie wil publiceren, dan kán dat...maar dan wél mét jouw naam en credits erbij. Ik ga er deze week mee aan de slag.
Nu het eind van het jaar nadert, is het weer tijd voor lijstjes en jaaroverzichten. Ik ben benieuwd welke andere bevindingen de diverse onderzoeksbureaus en media nog zullen leveren. Het laatste nieuws: sociale sites als Hyves en Wikipedia trekken steeds meer bezoekers. Dit is gebleken uit onderzoek van onderzoeksbureau Multiscope. Hyves staat nu op nummer 8 (vorig jaar nog op de 56e positie), Wikipedia staat nu op 7, en is hiermee drie plaatsen gestegen.
Natuurlijk blijven Google.nl (handig: alles in één!), Startpagina.nl (behoefte aan overzicht!) en Marktplaats.nl (Nederlanders blijven handelaren!) op de eerste posities staan. Mijn eigen blogprovider, web-log.nl, staat op nummer 14. De opkomst van sociale netwerken is dan ook de belangrijkste trend van 2007 te noemen. Ach, voor mijn netwerk is dat nauwelijks nieuws te noemen, eerder een bevestiging van hoe we ons werk doen: al netwerkend...en sociaal! 
Deze week staat er in Intermediar een artikeltje over het gebruik van interne van wiki's in bedrijven. Het ging over Geek Squad, een nerdy bedrijf (dat zichzelf ook als zodanig positioneert en), dat vol enthousiasme startte met een wiki. Al snel bleek dat medewerkers er eigenlijk niets mee deden. Wat was het geval? De geeks waren massaal te vinden op het spel Battlefield 2, waar tijdens de gevechtspauzes dan weer wel steevast over werk werd gekeuveld. De wiki was dus overbodig. Toen ik het artikel las, bekroop me de gedachten: "als al die collega's continu op Battlefield 2 zitten...wanneer wérken ze dan?".
Er zijn ook voorbeelden van interne wiki's die wél werken. Afgelopen zomer werkte ik aan een project voor A New Spring, een e-learningontwikkelaar in Rotterdam. Hartstikke leuk, aardige mensen, en ze werkten ook nog met een interne wiki! Zij hadden het wel ietsje handiger georganiseerd dan de nerds van Geek Squad (hoe vertederend ze ook mogen zijn), want vrijwel alle gezamenlijk te gebruiken informatie was te benaderen vanuit de wiki. Iedereen was (en is) dan ook fan van het ding.
Ik ben dol op web 2.0 (wanneer gaan we eigenlijk van die term af?)-toepassinkjes als de wiki. het is dan wel handig om er vooraf goede afspraken over te maken. Want al is de wiki het ultieme democratische medium; het werkt pas als het voor iederéén werkt.
Tips om teleurstelling te voorkomen
1. Spreek af wie de beheerder van de wiki is. Ja, je leest het goed: beheerder. Want iémand heeft toch aan de bel getrokken toen Mabel de informatie over zichzelf had opgeleukt in Wikipedia?
2. Stel een handige navigatie samen. Orden alle informatie slim in hoofdcategorieën, en daarna kun je zoveel verschillende pagina's maken als je wilt.
3. Spreek met elkaar af wat voor soort documenten je wél en niét op de interne wiki huisvest.
4. Bewaar niet veertigduizend versies van één document op je wiki: dodelijk verwarrend.
5. Werk je toch met versies, kies dan voor heldere codering, en niet zoiets vaags als "echt de definitieve versieDEFFF.doc" of zoiets. Kansloos...
6. Zorg ervoor dat iedere collega wéét hoe het werkt.
7. Kies en wikiplatform dat voor iedereen prettig werkt.
Iedereen is webwijs. Althans, als je vrijwel iedereen in het communicatief professionele werkleven op zijn of haar woord mag geloven. En al helemáál als communicator of journalist. Of valt het toch wat tegen met de webwijsheid van professioneel Nederland?
Morgen mag ik journaliste Anne-Marie wat webwijzer maken in de wilde wereld van web 2.0. Zij was zo moedig en ondernemend om te melden dat ze zich er eigenlijk nog nooit écht in had verdiept, en dat ze er wél meer over wilde weten. Good for her! Toen ze me opbelde, vond ik het meteen een goed idee. Ik vertel haar er graag meer over. Ik ga zo eens een aardig checklistje maken voor Anne-Marie. Want als je net kennismaakt met web 2.0, dan is het goed om één en ander op een rijtje te krijgen. Overzichtelijk. Als communicada met hier en daar een tech geek-kantje is het dan ook zaak om me even te verdiepen in alle aspecten van het journalistieke vak en te bekijken welke tools handig voor haar zullen zijn. Leuk!
Google is - zoals bekend - always on the move. Er zijn altijd nieuwe innovaties te ontwikkelen, nieuwe initiatieven te confisqueren, bedrijfjes op te kopen. Ieder bedrijf leek buitengewoon gevleid dat 'the big G' hen wilde overnemen. Maar ineens was daar...Facebook. Facebook, hét sociale netwerk dat de VS in no time verleidde. Facebook bleek niet te verleiden. Dus was voor Google Plan B van toepassing: slimme allianties leggen en keihard de concurrentie aangaan. Dus Google ging borrelen met LinkedIn, Orkut, Hi5, Friendster, Plaxo en Ning. Doel: een pakket standaarden formuleren die het softwareontwikkelaars mogelijk maakt om programmaatjes te schrijven die werken op andere sociale netwerken dan Facebook. Het initiatief (dat inmiddels breed besproken is in blogland) heet OpenSocial.
Google: "The web is better when it's social"
Het klinkt als een nogal technisch verhaal, maar het komt er in de basis op neer dat informatie uit sociale netwerken onderling uitwisselbaar zal zijn. Bijvoorbeeld contacten van profielen, toegevoegde content en vriendeninformatie. OpenSocial is ontwikkeld vanuit de gedachte dat het wéb het platform is, en niet afzonderlijke sites als Facebook, MySpace of Hyves. Een voorbeeld van OpenSocial: bedrijven, sociale netwerken (en andere websites) kunnen mini-websites (of widgets, bijvoorbeeld de widget van Twitter die je rechtsbovenaan deze blog ziet staan, of de blog-samenvatting die ik op mijn zakelijke website heb staan) integreren in bestaande sociale netwerken en community's.Overigens: OpenSocial is niet een ver-van-je-bed-show, want Neerlands web 2.0-hoop Hyves is partner geworden van het initiatief!
Voor wie meer wil weten: ik verwijs je naar de site van trendwatcher Frank Janssen (Frankwatching), hij heeft een slim YouTube-filmpje op zijn site gezet.
In de VS zijn blogs, zoals bekend, al jaren gemeengoed. Nu is de 'aanklaag'-cultuur nergens zo groot als in het land van de onbegrensde mogelijkheden, dus...hebben juristen daar ervaring met blogs.
Handig, want die informatie kan voor ons nuttig zijn. In Nederland zijn we door de bank genomen veel relaxter met juridische aspecten van bloggen. Maar omdat het medium bij ons nog in de groei is, is een vooruitziende blik verstandig. Misschien niet voor nu, morgen of over een half jaar. Wellicht wel over een aantal jaren, wanneer bedrijven hun personeel meer vrijheid in bloggen gaan geven, op basis van vertrouwen - en op basis van heldere afspraken. In de VS en in Azië zijn afspraken over bloggen tussen werkgevers en bloggende medewerkers grondig uitgewerkt. Dit levert, hoe paradoxaal dat mag klinken, veel bewegingsvrijheid op voor de bloggers. De afspraken zijn immers helder, iedereen weet waar hij/zij aan toe is. Google heeft bijvoorbeeld al zijn personeelsleden carte blanche gegeven voor het publiceren op blogs. Zij mogen, gekoppeld aan de site van Google, zelf een Google-blog lanceren. Omdat de afspraken zo helder zijn, zien medewerkers het vertrouwen van de baas als een groot goed. Daarom is er nagenoeg nooit een akkefietje.
Nu heb ik persoonlijk eigenlijk niets het juridische zaken. Op de afdelingen waar ik heb gewerkt kon ik altijd (dankbaar!) gebruik maken van de diensten van de bedrijfsjurist(e), voor adviezen bij projecten. Maar nu heeft het onderwerp me toch een beetje in z'n greep. Althans, als het juridische aspecten van bloggen betreft. Ik houd me de laatste tijd bezig met het onderzoeken van de zakelijke aspecten van bloggen. Dat valt nog niet mee, want juristen in de VS gebruiken -blijkbaar- zeer veel afkortingen die mij tot voor kort volstrekt als Koeterwaals voorkwamen. Maar ik wroet er desondanks doorheen. Tussen het lezen van de legale epistels door zal ik jullie op de hoogte houden van handige juridische tips! De eerste hebben jullie al: maak heldere afspraken met je bloggende medewerkers.
Wordt vervolgd!
...je zaak, als je 't goed doet. Onderstaande cartoon kwam ik tegen op de fan-wiki van Twitter. Ik kwam er ook een pagina tegen waar je nog eens kunt lezen waar Twitter ook alweer goed voor is.
Bloggen geeft menigeen een podium om kennis, meningen en andere informatie te verkondigen en uit te wisselen. Dit past volledig bij het principe 'vrijheid van meningsuiting'.
Vandaag zag ik op het RTL Nieuws dat dit voor Kabinetsleden wellicht anders in elkaar zit. In een kabinetsnotitie (waarover RTL Nieuws zegt te beschikken) staat dat Kabinetsledenhun blogs niet langer mogen gebruiken voor partijpolitieke doeleinden of voor 'persoonlijke imagebuilding'. Blogberichten mogen alleen informatie en denkbeelden bevatten die in lijn zijn met het kabinetsbeleid. De kabinetsnotitie wordt vrijdag ter kennisgeving in de Kamer verspreid.
OEF!
RTL Nieuws kopt gretig 'Balkenende muilkorft ministers', en hun filmpje, RTL Nieuws kopt: "Balkenende muilkorft ministers", vertelt alles. D'66-man Alexander Pechtold zegt verbijsterd te zijn over deze gang van zaken, en vindt het een verkrampte manier om met dingen om te gaan: "Je mag geen partijpolitiek bedrjiven, je mag niet aan image building doen, je mag helemaal niets. Als ik minister was, had ik lekker een lange neus gemaakt". Deze keer ben ik het 'es met Pechtold ééns.
Het lijkt er op dat Balkenende met moeite grip probeert te krijgen op het crossmediale karakter van de media (en van zijn ministers), en wat meningen in de media kunnen betekenen. Het zou hem wellicht meer sieren als hij zich meer zou verdiepen in de meerdere mediakanalen en wat deze ook vóór hem zouden kunnen betekenen, in plaats van zich zo te laten sturen door angst. Want meningen mogen altijd verkondigd worden. Niet alleen op de blauwe stoeltjes in Den Haag. Oók op blogs. Vrijheid van meningsuiting, heet dat toch?
Er zal nog wel menig stevig woord aan gewijd worden in de Kamer, en op het net. Hm, misschien Balkenende toch maar eens een workshop 'Het Nut Van Bloggen' aanbieden? Of zullen we hem toch maar in het duister laten tasten...
Twitter. Steeds meer bedrijven en individuen hebben een account op deze microblog-service. Ik ook, zoals te zien in de rechterkolom van deze blog. En op de hele blogosfeer krioelt het van de berichten over deze microblog. Hartstikke leuk dat Twitter, want je komt nog eens te weten wat je vrienden, concullega's en andere bekenden aan het doen zijn. En wat ze op vakantie doen, en dat ze al dan niet van broodjes tonijn houden (en andere volstrekt triviale informatie).
Maar Twitter biedt méér kansen. Marketingkansen. Misschien dat ook dagblad Metro daarom ook een microblog is gestart. Een paar kansen van microbloggen op een rij:
1. Altijd snel op de hoogte: omdat steeds meer bedrijven Twitteren, krijg je via dit medium vaak supersnel nieuwe ontwikkelingen te weten. Ook reacties over deze ontwikkelingen. Vaak verspreiden nieuwtjes zich (in sommige kringen) éérst via Twitter, en daarna lees je er pas over op blogs, corporate websites, kranten en andere media.
2. Veel links naar relevante artikelen op blogs en sites. Om snel ideeën op te doen (of de bedenkers te vinden) heb je snel bronnen tot je beschikking.
3. Je kunt op een laagdrempelige, gemakkelijk te onderhouden manier contact hebben met je netwerk, op een informele toon. Sterker nog: er zijn hele Twitter-bijeenkomsten. Mensen die elkaar via Twitter kennen, spreken in groepen af in kroegen, op congressen of elders.
4. Als je samenwerkt met mensen op andere continenten, zie je ineens dat zij online zijn op de voor jou meest gekke tijdstippen. Toch zit er vaak een match in (eind van de Nederlandse werkdag is het begin van de New Yorkse werkdag), en zo houd je toch 'real time' contact.
5. Je ziet meteen wie van je netwerkgenoten bepaalde congressen bezoeken of zullen gaan bezoeken. Het maakt het gemakkelijk om afspraken te maken of snel kennis te delen.
6. Je kunt gemakkelijk zélf proefballonnetjes oplaten over je producten en/of dienstverlening. Voor feedback over je diensten (of plannen hiervoor) is het ook een goede toets. Ook als je een nieuwe publicatie online hebt, of een sponsoractie die aandacht behoeft, kun je een linkje leggen in je Tweet: men kan dan meteen doorklikken!
7. Je kunt elkaar vlot en laagdrempelig aanmoedigen als ondernemer. Een 'Tweet' is snel getypt.
8. Je krijgt snel hoogte van het soort Twitteraars waar je mee te maken hebt: zijn het kennisdelers of onzindelers? Hier kun je iets van opsteken.
...en dat doet me deugd. Het is een misvatting dat alleen grote organisaties belang hebben bij een corporate blog. Ook voor kleine organisaties kan het uitstekend werken (mits goed georganiseerd, uiteraard!). Momenteel ben ik voor enkele freelancers én organisatie bezig met de ontwikkeling van een aantal slimme blogs. Blogs met handige tools en media er in verwerkt, zeg maar. Vanmorgen werd ik nog gebeld door een aardige dame (die ik ontmoet had bij een babyshower van een wederzijdse vriendin), deze spitsvondige journaliste wil ook graag het naadje van de web 2.0-kous weten. En gelijk heeft ze! Binnenkort gaan we er over van gedachten wisselen. Leuk!
Ook grotere bedrijven zijn aan het bloggen geslagen. Een tijdje geleden heb ik de weblog voor Sanny de Zoete, Antiek & Design Linnengoed opgeleverd, en die werkt hartstikke goed. Niet alleen omdat 'ie er aardig uitziet, maar ook omdat Sanny er meer informele en effectieve contacten door kan leggen met bestaande en potentiële opdrachtgevers. Ik vind Sanny dan ook een mooi voorbeeld van iemand die enige tijd geleden nog niet goed wist wat een blog was, maar er tegenwoordig wég van is en ook de juiste toon aanslaat in haar posts.
Als ik kijk naar Quote 500-ondernemer Jonathan Schwartz (nog ietsiepietsie groter qua onderneming; Sun Mocrosystems), zie ik iemand die het bloggen helemaal heeft begrepen. Zijn allereerste blogpost dateert van 28 juni 2004, en onlangs vertelde hij in een interview dat goed leren bloggen echt een proces is. Hieronder volgt een fragment uit het interview (afgenomen door Eileen Yu van ZDNet). En ja, Schwartz' blog wordt goed gelezen: dagelijks 50.000 actieve lezers.
"Q: Now that you're blogging as a Fortune 500 CEO, has that changed the thought process you go through as you write?
A: I probably think a lot more carefully now about what I would write. The hardest blog (entry) to write is... the first. You haven't found your voice, you don't really know what the market cares about, you don't really know your own comfort zone. To me, I feel like I have found a voice that works for me and for the market to which I'm communicating. So I think it has changed quite a bit. And I also understand... how important what I say is to how the company is perceived..."
Overigens: als je benieuwd bent naar Sanny de Zoete (die ook damast levert aan onder andere Willem-Alexander en Máxima!), dan kun je haar aankomende week bezoeken op de Woonbeurs in de RAI. Geen kaarten bemachtigd? Geen nood: je kunt een toegangskaart voor 2 personen winnen door op de banner in de rechterkolom te klikken en een slagzin te maken. De twee leukste inzendingen krijgen kaarten!