Google StreetView. Zó leuk! Toen ik vorige zomer naar New York ging voor mijn NYC corporate blogging trip, bereidde ik mijn reis voor met allerlei zakenadressen die ik uiteraard op Google opzocht. Op Manhattan was Google StreetView toen al ingevoerd. Erg handig, want het geeft alvast een beeld van datgene dat je gaat zien. Enorm leuk! Google is momenteel in Nederland bezig foto's te maken voor Streetview. En dat zullen we weten!
In Amerika heeft Google heeft vorig jaar met StreetView heeft in de VS flink wat commotie veroorzaakt. Op de foto's die Google in Amerika schoot, waren mensen herkenbaar die bijvoorbeeld lagen te zonnen of net een
stripclub (yikes!) uit liepen. Ook klaagde het Amerikaanse ministerie van Defensie dat straatbeelden van een militaire basis in Texas de
staatsveiligheid in gevaar brachten. Google nam de kritiek serieus en is gezichten van mensen gaan vervagen, zodat ze niet herkenbaar zijn. Dit zomerseizoen worden de straten van Rotterdam en Amsterdam op de kiek gezet. Dat wordt zwaaien vanuit het opblaaszwembad vanuit mijn tuin.
Via de weblog van André Manssen kwam ik op Wordle, een tool die tag clouds grafisch aantrekkelijk maken. Onderstaand voorbeeld vind ik toch niet vervelend! Het werkt zeer eenvoudig. Probeer het maar eens. Het is een Java-applicatie. Klik voor een vergroting.
Ik las een paar dagen geleden op Molblog een verfrissend stukje over onderzoek naar mediaconsumptie. Het onderzoek is in 29 landen uitgevoerd, waaronder Nederland. Ik zag er een paar interessante cijfers, die ik graag even wil delen. Wist je bijvoorbeeld dat...
...87 procent weblogs leest, ten opzichte van 66 procent vorig jaar? In ons land ligt het percentage momenteel op 66.; ...Nederland bovengemiddeld scoort wat betreft profielen op sociale netwerksites (zoals Hyves), namelijk 62 procent? Het gemiddelde in de 29 landen ligt op 57 procent van de internetgebruikers; ...het gebruik van RSS-feeds (eindelijk) is gestegen van 15 naar 39 procent in één jaar?; ...22 procent van de internetgebruikers die een blog bijhouden een widget heeft geïnstalleerd?
Dit levert m.i. een leuk beeld op. De stijgende cijfers lijken aan te geven dat de verschillende internettoepassingen gemeengoed begint te worden. Dit betekent ook dat crossmediale campagnes steeds succesvoller kunnen worden. Dit biedt kansen voor organisaties die hun doelgroep(en) effectieve willen bereiken! Hup, de boer op! Of is het niet zo eenvoudig? [Lees verder]
Blogs en sites worden steeds sociaal actiever. Niet alleen door de mogelijkheid van het plaatsen van reacties op artikelen, maar ook om 'lid' te worden van een blog of site. Hierdoor kun je anderen gemakkelijker attenderen op interessante sites. Dit 'lid worden' kan overigens met bestaande accounts, bijvoorbeeld een Yahoo-account. De nieuwe hippe site DutchCowgirls (het stoere zusje van DutchCowboys) heeft deze faciliteit ook. Je kunt er lid worden via MyBlogLog. Ook Google start binnenkort (op dit moment nog in bètaversie) met een eigen variant: Google FriendConnect. Spannend allemaal. Het principe is eigenlijk simpel: je maakt gebruik van allerlei sociale netwerken (Facebook, Hyves, MySpace, LinkedIn) om je eigen site- of blogcommunity met relevante contacten te laten groeien.
Ben benieuwd! Binnenkort start ik een experimentje met deze EosBlog. En misschien is het ook wel iets voor Schaatsreporter, wie weet.
Het credo bij bloggen is in principe altijd: houd je onderwerp afgebakend, dan kun je je doelgroep het best van inhoudelijke content voorzien. Daar blijf ik ook bij. Bloggers weten dat. Wat niet wegneemt dat veel bloggers op diverse manieren online actief zijn. Bijvoorbeeld op een corporate blog, een persoonlijke blog, op Hyves, op Twitter. Wellicht ook nog wel in de rol als koper of verkoper op Marktplaats, als reageerder op andermans/vrouws blog, als journalist of anderszins. Die verschillende rollen die je als internetter bekleedt, geven je de mogelijkheid die verschillende rollen vorm te geven. Vaak starten mensen dan themablogs, en scheiden deze van hun werk. Wijs. Toch zijn er soms overlappingen. In bijzondere gevallen is dit geen kwalijke zaak. Want soms kennen mensen iemand in verschillende rollen. Denk bijvoorbeeld aan mede-twitteraar Maarten. Maarten is wereldberoemd in Twitterland en in marketinggericht Nederland. Hij is één van de medeoprichters van Dutch Cowboys, is verbonden aan allerlei interactieve mediagerelateerde organisaties, en is dus een ware ondernemer. Maarten heeft sinds kort een nieuwe, onverwachte rol die hij in zijn leven bekleedt. Twee weken geleden kwam hij erachter dat hij een tumor met de grootte van twee vuisten tussen zijn longen heeft. Dat is even schrikken. In de eerste plaats uiteraard voor hemzelf, zijn vrouw, zijn dierbaren, familie en collega's. Maar ook voor Twitteraars, die het voorrecht hebben betrokken te worden bij zijn 'reis', zoals hij het zelf omschrijft. Gelukkig is zijn toestand behandelbaar. Op zijn weblog 'Maartens Journey' (en in het kort op Twitter) doet hij trouw verslag van alle ontwikkelingen. Zo heeft hij vandaag zijn eerste chemobehandeling. Mede langs deze weg wil ik Maarten alle goeds wensen, veel sterkte vandaag en tijdens de komende behandelingen. Hang in there. Je Twittergenoten volgen je en duimen allemaal voor je. Over een paar maanden gaat het vast veel beter!
Leuk, dat videobloggen. Vandaag kreeg ik een weblinkje van Twittermaatje Jilles, die voor de rest van zijn Twittermaatjes naar de Amsterdamse MacDonald's is geweest, waar een videofilmpje draait over de TwitNick. Dat was de picknick die een groep Twitteraars organiseerde in het Vondelpark. Grappig: een filmploegje bezoekt onze picknick waar veel wordt gemobield, vervolgens publiceren zij hun reportage in trams en in de MacDonald's, en vervolgens filmen wij dat weer met onze mobieltjes, uploaden het filmpje en verspreiden het weer via Twitter. En op weblogs. Hallo mobiele eenheid...
Afgelopen woensdag was een bijzondere dag. Het was één van die momenten dat online communicatie overloopt in daadwerkelijk 'irl' ('in real life') contact. Vroeg in de avond troffen pakweg 25 Twitterazzi (actieve Twitter-gebruikers) elkaar in het Amsterdamse Vondelpark.
Ook ik was er. Er waren mensen die ik kende, en mensen die ik nog niet kende. Sommige mensen die ik al kende, had ik al eerder in real life gezien. Zoals bijvoorbeeld @MiekS, @2525 en @dondersteen. Ook had ik al eerder contact gehad (maar slechts digitaal) met organisatrice Anna-Maria (@puur), Corrie (@camathome) en anderen. En zo zou ik wel even door kunnen gaan.
De dagen vóór de TwitNick gonsde het op ons favoriete digitale platform. En op onze TwitterBorrel community. Wie zouden er allemaal naar Ansterdam komen, wat zou iedereen meenemen, waar zou iedereen vandaan komen? Het bleek dat niet alleen Twitteraars gespannen uitkeken naar 8 mei. We werden namelijk belaagd door de pers. Zo was er een fotograaf van Nieuwe Revu, het Amsterdams lokale Librium TV, en ook Geen Stijl vond het stijlvol om onze party te crashen. Ach, prima. Ze hadden het geloof ik wel naar hun zin. We vroegen ons wel af wat er nu zo spannend was aan een groep picknickende mensen (andere picknickers trouwens ook). Ik vond de avond over het algemeen genomen ontspannen, erg gezellig en absoluut voor herhaling vatbaar.
Een ieder was gewapend met smartphone (zie boven!), picknickkleed, een mand met lekkers-om-te-delen en een goed humeur. Super! In de linkerkolom van deze blog zie je wat foto's langs schieten. Neem vooral een kijkje.
Leuk: Eos Communicatie staat vandaag in dagblad De Pers! Ik werk in een flexibele werkruimte (The Hub) aan de Heemraadssingel in Rotterdam, met nog veel meer andere ondernemers met een maatschappelijk verantwoorde inslag. Heel leuk, inspirerend, gezellig en constructief. Onlangs was een journaliste van De Pers een dagje bij ons op bezoek, om eens een kijkje in de keuken te nemen en te praten met deze en gene. En dus ook met mij! Ik vind het een leuke publicatie geworden.
Het enige dat een beetje jammer is, is dat er een onhandigheidje in is geslopen: in het artikel staat dat ik tien procent van mijn inkomsten aan goede doelen doneer. Dat is ten dele waar: ik doneer tien procent van mijn inkomsten uit corporate bloggen aan goede doelen! Dat doe ik onder mijn label 'Blogging For Good' (jammer dat dat het artikel dan weer niet heeft gehaald). Het artikel geeft wat dat betreft dus een beetje een vertekend beeld. De foto waar ik op sta is ook niet gekozen. Gelukkig staan er wel een paar andere Hubbers op. Maar goed, ik ben wel blij met de publicatie! En ik denk dat het vor mijn mede-Hubbers ook een leuke opsteker is! Want zeg zelf...had jij eerder gehoord van een disco voor doven?
Misschien toch maar even naar het station lopen om een papieren editie te halen...
'Crossmedia' is toch wel hét buzzword van 2008. Nu ja, op Twitter na, misschien. Iedereen in marketing- en communicatieland heeft het over crossmediaal communiceren. En terecht. Want crossmedia is geen hype. Het is een volwassen benadering van ons vak.
Het iMMovator Cross Media Network (organiseert leuke bijeenkomsten, ik ga er wel eens naartoe) omschrijft crossmedia als volgt: "De crossmediasector is de sector die
producten en diensten levert op het gebied van beeld, geluid en data
met gebruikmaking van radio, televisie, internet, mobiel, print en
events in een cross-sectoraal verband." Je maakt gebruik van diverse media om je boodschap zo goed mogelijk te verspreiden, richting de juiste doelgroep. De 'nieuwe media' zijn al lang niet nieuw meer, en zijn onlosmakelijk en naadloos verbonden aan het volledige medialandschap. Het nieuwe eraan (te weten web 2.0) is iets waar de gevestigde mediaorde nog een beetje aan moet wennen. Maar ook dat komt. Paul Witteman gaf gisteren nog aan bij DWDD dat hij het goed vindt dat (bijvoorbeeld) burgerjournalistiek vrij baan krijgt (en neemt). Nu gaf hij zelf een voorbeeld waar ik zelf niet zo gecharmeerd van ben, maar in principe is dat een kwestie van smaak. En daar valt (voor het gemak vandaag) niet over te twisten. Het principe 'sociale media' en de lardering ervan in het medialandschap is een enkele reis. Er is geen weg terug.
Maar goed, crossmedia is niet hetzelfde als web 2.0 en burgerjournalistiek. Er is (ik citeer Indira Reynaert) sprake van crossmedia indien er een kruisbestuiving bestaat van verschillende media zoals theater, film, televisie, radio, print media, games, mobiele devices en live evenementen, ten behoeve van een communicatiedoelstelling." De verbindende factor, 'het verhaal', tussen de media vormt crossmedia.
Marshall McLuhan is tijdloos "The medium is the message", stelde de Canadese filosoof Marshall McLuhan begin jaren '70 (!). Zijn toelichting hierop (the form of a medium imbeds itself in the message, creating a symbiotic
relationship by which the medium influences how the message is
perceived, creating subtle change over time) is in onze tijd, bijna veertig jaar later, misschien nog wel actueler dan destijds. In ons huidige complexe, fascinerende, verwarrende en immer uitwassende mediapalet blijkt het waar. Kijk maar eens naar de huidige manier van politiek bedrijven. Gisteren werd in DWDD gezegd: "Als een minister de media niet uiterst bedreven is in het omgaan met de media, moet ze haar functie verlaten." Twintig jaar geleden had niemand dat gezegd. Sterker nog, niemand had het bedácht. Twintig jaar geleden ging het misschien ietsje meer over...inhoud en beleid. Wonderlijk, hoe snel de tijd verandert. Vind ik het slecht? Nee. Vind ik dat kwaliteit altijd prioriteit zou moeten krijgen? Ja. Geef een minister een mediatraining. Als de inhoud goed is, zal dat blijken. In onderstaand filmpje (niet actueel, wel tijdloos) vertelt Marshall McLuhan dat wát presidentskandidaten zeggen, volstrekt irrelevant is. Benieuwd? Bekijk het filmpje.
Goede voorbeelden Succesverhalen van crossmedia zijn er genoeg te noemen. Ik ga ze niet toelichten: ik nodig iedereen uit via onderstaande links op crossmedia-avontuur te gaan. Ken je nog veel betere voorbeelden: ik hoor ze erg graag!
Gisteren kreeg ik van oud-collega Ben een mailtje met een ietwat zorgwekkend mailonderwerp: "Doe het een beetje voorzichtig aan, hè". Ik opende meteen het mailbericht en zag dit: een artikel uit de Volkskrant met als titel "Voor bloggers de dood of de gladiolen". Wat blijkt: veel broodbloggers (bloggers die betaald bloggen en worden betaald per artikel) hebben toenemend last van stress en spanning, mede gevoed door de 24-uurs nieuwseconomie op internet. Eén van hen, Russel Shaw (tech-blogger voor ZDNet) , stuurde een mailtje aan zijn redactiechef: "Heb iets opgelopen. Ga nu even liggen, maar schrijf later vandaag of morgen nieuwe berichten". Het zou zijn laatste berichtje zijn. De zestigjarige Amerikaan overleed aan een hartaanval in een hotelkamer in Californië, waar hij was voor een conferentie. Russel is één van de twee bloggers van wie bekend is dat hij van stress is overleden. De New York Times is er nog wat steviger op in gegaan dan De Volkskrant.
De ironie hiervan is dat broodbloggers aanvankelijk zijn begonnen met bloggen om hun baan op te kunnen zeggen, een onafhankelijker gevoel te hebben, niet dagelijks geconfronteerd te worden met een baas of personeel. Kortom, om relaxter in het leven te staan. Voor Russel Shaw is deze droom niet uitgekomen. Integendeel. De aanvankelijke vrijheid van het broodbloggen veranderde rap in een gouden kooi.
Ik schrok natuurlijk van dat bericht. Ik weet dat de kenniseconomie 24 uur per dag doorloopt, maar dat dit een gevolg kan zijn, vind ik wel schokkend. Ik ben wel eens benaderd om in opdracht te gaan bloggen. Betaald worden van de advertentieopbrengst. Ik heb ervoor gepast, en daar heb ik nog geen moment spijt van gehad. Wel vind ik het heerlijk om blogs te bouwen, bloggers te adviseren en zelf te schrijven over mijn zakelijke en sportieve lotgevallen. Maar dat is een déél van mijn werk. En dat is ook wat het gezond maakt. Het is voor mij afwisselend, ontspannend, interactief en netwerkgericht.
Ik ben blij dat ik bloggen op een heel andere manier benader. In ieder geval een gezonde manier! En dat adviseer ik mijn opdrachtgevers ook altijd. Ik schrijf op mijn blog om mijn netwerk en andere geïnteresseerden te informeren over waar ik in mijn werk mee bezig ben. Ik kan er kennis delen, kennis vergaren, proefballonnen oplaten, ervaringen delen, mijn licht laten schijnen op actualiteiten. Kortom, om mijn werk en interesses met anderen te delen. Want waar het hart van overloopt... dat is goed materiaal voor een weblog. En ja, dat levert me opdrachten op. En een goede positie in Google. En een groter netwerk. En veel plezier. Ik ben dan ook geen broodblogger: ik werk als communicatieadviseur, heb
een eigen bedrijf, houd interviews en adviseer organisaties over
webtoepassingen. En daar schrijf ik over.
En wat het mailtje van oud-collega Ben betreft: ik vond het heel attent en zorgzaam. Gelukkig is er geen reden voor zorgen. Ik blog om de kwaliteit, niet om de kwantiteit. Natuurlijk ben ik me bewust van het principe dat alles waar 'te' voor staat, niet gezond is. Mijn grenzen ken ik goed. Maar wat prijs ik me rijk met zo'n zorgzaam netwerk!
Twitter. Ik gebruik het nu ongeveer driekwart jaar, en ik vind het een enorme communicatieve aardverschuiving. Ik was al een liefhebber van sociale digitale toepassingen als weblogs en communities, maar Twitter is daar een bijzondere aanvulling op gebleken. Twitter is een microblog. Je kunt mensen 'volgen', anderen kunnen jou 'volgen'. Langzaam maar zeker kristalliseert zich een groep 'twitterazzi' uit, met wie je kennis uitwisselt, een sociaal praatje houdt, nieuws deelt en softwaretips uitwisselt.
Sociaal Sinds enige tijd blijkt Twitter ook een meer socialere functie te krijgen. De centrale vraag 'what are you doing' biedt de mogelijkheid mensen op de hoogte te houden. In 140 tekens, welteverstaan. Zo ontstaan er vriendschappen, zakendeals en andere professionele samenwerkingsvormen. Ook de Twitterborrels zijn inmiddels ingeburgerd. Ik heb al enige keren met twitteraars afgesproken en een kop koffie gedronken. Er was onlangs zelfs een Amsterdamse TwitterCruise. Ook deelde onlangs iemand haar ervaringen met het zoeken naar haar Grote Liefde op de bloemetjesmarkt. Die-hard twitteraar Erwin Blom ontving laatst als afscheidscadeau van zijn oud-collega's een gebonden boek met zijn eerste 20.000 tweets (twitterbijdragen). Het was een dikke pil. Een boek met steeds korte fragmenten uit iemands leven. Samen een heel jaar. Bijzonder!
Uit het leven gegrepen Alle thema's uit een mensenleven passeren de revue op Twitter. Leven, geboorte, dood, liefde, werk, succes, verdriet, hoop, inspiratie, vriendschap. En mode. Mode? Je leest het goed. Ik werd getipt op het werk van een modeontwerper wiens werk in Rotterdam wordt verkocht. Ik ging eens kijken, paste een jurk...en was verkocht. De liefde voor mooie dingen wordt ook gedeeld door medetwitteraars. Sommige onderwerpen zijn trivialer dan andere, maar uiteindelijk gaat het ook wat dat betreft om het uitwisselen van ervaringen, kennis en tips.
Kansen voor jonge ondernemers De eerder genoemde Erwin Blom zet zich via Twitter ook in voor startups, nieuwe ondernemingen. En wel op een leuke, social networking manier: startups kunnen aangeven hoe innovatief zij met hun digitale vak omgaan, en op basis van een x aantal stemmen komen zij in aanmerking voor een gratis (door anderen betaalde) toegangskaart voor de Next Web Conference. Een kaart ter waarde van een niet te verwaarlozen bedrag: 750 euro. Via Twitter werd het woord verspreid, en menig twitterazzo stemde zo op een aantal startups. Dát is pas innovatief gebruik maken van webtoepassingen.
Je eigen stijl Ik heb zelf gemerkt dat hoe langer je twittert, er een eigen schrijfstijl ontstaat. Je kiest zelf wat voor informatie je deelt, en op welke manier je die informatie communiceert. Twitter maakt het mogelijk dat je op een heel laagdrempelige manier contacten legt met mensen die je normaliter wellicht minder gemakkelijk had aangesproken, of zelfs ontmoet zou hebben. In die zin is Twitter absoluut een grensverschuivend medium, waar ik buitengewoon enthousiast over ben. Er is maar één manier om te ontdekken wat ik bedoel. Durf jij het aan? Zo ja: dan kom ik je vanzelf tegen.
Eindelijk. Veel organisaties zien de voordelen van integratie van web 2.0-toepassingen in de dagelijkse gang van zaken. In dagblad Metro (pag. 10, en trouwens ook op nu.nl) is vandaag eens stukje te lezen over sociale software. Deze manier van werken maakt het werkproces efficiënter en succesvoller. Getronics lanceerde afgelopen week het 'Future-Ready Workspace 2.0'. Wat zoveel betekent als gebruik maken van Sharepoint (platform waarmee werknemers van organisaties gemakkelijker kunnen communiceren en documenten delen e.d.), onderlinge instant messaging (chat-)functies, en andere handige lifehackmogelijkheden.
Klinkt mij als muziek in de oren. Ik heb in de loop van de jaren een eigen workspace 2.0 samengesteld, met online project mangemanttools, webbased chat, online documentenopslag en documentendeling, online agenda en menig embeddable beeld en geluidtoepassing.
Leuk dat grotere organisaties zich langzaam maar zeker niet meer zo bedreigd voelen door communicatie-innovaties. Bij sommige bedrijven merk ik nog wel dat de behoefte om totale controle te hebben over wat werknemers wel en niet doen met hun internet- en werkomgeving, hardnekkig is. Dit heeft soms tot gevolg dat mijn webbased toepassingen op (bijvoorbeeld) deze weblog niet zichtbaar zijn en dat - dus - bepaalde kennis niet te delen is.
We hebben dus nog een lange weg te gaan in onze digitale queeste, wij web 2.0-ridders!