De wereld is in de war
Na mijn terugkomst uit Ierland (WebSummit 2015) werd het een roerige week. Een verdrietige, trieste week. Er gebeurden een aantal dingen waardoor ik even geen energie kon opbrengen voor alle dingen die ik normaliter moet doen. De enorme schokkende klap van de verschrikkelijke aanslagen in Parijs. Bijna niet te bevatten dat mensen in staat kunnen zijn om anderen keihard van het leven te beroven. Massaal, bruut en gruwelijk. Ook schrok en schrik ik van berichten over vluchtelingen die hier soms tegen dichte deuren aan lopen. Deuren van mensen die bang zijn om te verliezen wat ze in overvloed hebben.
Door al die zaken die mijn hart zo raken, trok ik het even niet om dagelijks te periscopen, te twitteren, te facebooken. Wat had ik hier in hemelsnaam aan toe te voegen? Wat zou het bijdragen? Ik koos even voor de stilte. Het veranderde niets aan de wereld. Maar stilte zorgt wel dat je beter luistert naar je eigen gedachten. Dat je niet vlucht voor je verdriet. Maar er middenin staat.
Ook op straat heerst ongegrip en woekert angst. En in de trein. Zoals in dit bericht van Jenna Noordendorp. In tijden van verdriet en angst doen mensen soms vreemde dingen.
Velen trekken te snel conclusies op basis van onvolledige informatie. Zo kreeg ik gisteren een bericht van iemand die me wilde waarschuwen voor een van mijn Facebookvrienden. Omdat die Facebookvriend één van de verdachten van de aanslagen in Parijs in zijn Facebookroedel heeft. Direct trok de dame die me wilde waarschuwen, haar conclusies: dan zou mijn Facebookbvriend ook vast fout zijn. En zou ik daar wel mee geassocieerd willen worden? Dat was haar vraag. Ze schroomde niet en is direct met haar informatie naar de politie gegaan.
Dit baart me zorgen.
Naast al deze schokkende gebeurtenissen was/is mijn hart deze week (en voor nog heel lang) vol van het verlies van mijn kater @IP_, na 17,5 jaar mijn beste maatje geweest te zijn. Hij stierf in mijn armen. Sommige mensen zullen misschien denken: maar het is toch maar een kat? Voor mij is dat niet zo. Hij was mijn maatje door dik en dun. En maatjes heb je nodig in het leven. Beste maatjes zijn onbetaalbaar en onvervangbaar.
Maar de wereld is heel erg in de war.
Mijn vader was van 1925. Hij maakte de Tweede Wereldoorlog zeer bewust mee. Ik herinner me dat hij ooit moest schuilen bij een boerderij, om niet van huis weggehaald te worden. De angst waar iedereen in die tijd mee leefde, veroorzaakte onzekerheid over wie wel en wie niet te vertrouwen was. Mensen zwegen, bespraken zo min mogelijk. Om maar geen onhandige fouten te maken die weleens levensbedreigend zouden kunnen uitpakken. Maar in die tijd waren er ook de vele mensen in het verzet. De vele mensen die mensen in huis opnamen. Hun deur niet sloten voor zij die hulp nodig hadden. En er waren mensen fout. We kennen de vele voorbeelden. Van NSB'ers. Van collaborateurs. Mensen wier daden tijdens en na de oorlog (terecht) als zeer verwerpelijk en crimineel werden bestempeld.
We hebben het toch met z'n allen pakweg zeventig jaar gehad over wandaden in oorlogsdagen. In de eerste dagen van mei, ieder jaar weer. Schreven gedichten met 'dit nooit weer'. Kwamen bij elkaar en deelden het verdriet. En de herinneringen. Misschien zijn velen vergeten dat vrijheid niet voor vanzelfsprekend genomen mag worden. Voor sommigen is het woord 'vrijheid' een containerbegrip geworden. Het is ook niet altijd even gemakkelijk om de waarde van vrijheid werkelijk in al zijn waarde te voelen, als je niet weet hoe het voelt als je het niet hebt.
Vrijheid is niet met geweld of uitsluiting te beschermen. Het tegenovergestelde van vrijheid is gevangenschap. Onderdrukking. En wat staat voor gevangenschap en onderdrukking? Geweld. Uitsluiting. Zorgen. Geen thuis kunnen of mogen hebben.
Dat schurkt aan tegen vogelvrij zijn. Hier schreef ik een hoofdstuk over in mijn boek 'Zo, nu ben je wees'. Het gevoel vogelvrij te zijn, is afschuwelijk. Het heeft niets te maken met 'zo vrij zijn als een vogeltje'. Wel met 'aangeschoten wild' zijn.
Als ik om me heen kijk, denk ik: verbeeld ik het me als ik denk dat die intolerantie om ons heen lijkt op intolerantie van toen? En wat kunnen we NU doen om erger te voorkomen?
Ik heb de antwoorden niet. Net als vele anderen weet ik het niet. Net als bijvoorbeeld Karin Ramaker, die deze prachtige blogpost over haar emoties schreef. En net als Jan Willem Alphenaar, die het ook even niet meer weet. Het is zoveel moediger om te erkennen dat je het niet weet. Want in sociale media lijkt Nederland ineens vol te zitten met 17 miljoen rechters. Mensen die De Wijsheid In Pacht Hebben. Weten Wat Het Land En De Wereld Nodig Hebben. Nou, ik weet het níet.
Het enige dat we weten, MOETEN weten, is dat de oplossing niet ligt in vergelding, geweld en nieuwe horror. Maar in verbinding. Kwetsbaarheid. Compassie. Empathie. In geven. Delen. En ja, bescherming. Maar op welke manier?
Yoda zei het al. "For my ally is the Force, and a powerful ally it is. Life creates it, makes it grow. Its energy surrounds us and binds us. Luminous beings are we, not this crude matter. You must feel the Force around you; here, between you, me, the tree, the rock, everywhere, yes."
Ik geloof dat je het verschil in de wereld moet zijn om het te kunnen herkennen in diezelfde wereld. Dat is het enige dat ik zelf kan doen.
Use the Force, world.