Yes We Can: de week dat de wereld mocht veranderen
Het was een bijzondere week. Een prachtige week. Barack Obama is gekozen tot de eerste afro-amerikaanse president van de Verenigde Staten. Het is bijzondere mijlpaal, een die ik zeer bewust heb ervaren. Op de avond van de verkiezingsuitslagen zat ik, met nog een groep andere Rotterdammers, in de kleine zaal van de Rotterdamse Schouwburg. We vierden de Obama Victory Evening, al voordat de uitslag duidelijk was. Wij vonden namelijk dat geen andere uitslag de ware zou kunnen of mogen zijn. De avond stond in het teken van de mijlpaal en de beleving van deze hoognodige ontwikkeling. Culturele achtergrond, sociale positie, ambitie en geloof in een betere toekomst tekenden de avond. De nacht na die avond ben ik vrijwel de hele tijd opgebleven. Een beetje geradbraakt, dat wel, maar het was een te bijzonder moment om slapend te laten passeren. Met bewondering bekeek ik de speeches die Obama de afgelopen maanden heeft gegeven. Ik concludeerde dat Obama de eerste president is van wie ik daadwerkelijk geloof wat hij zegt. Al zal ik het vast niet altijd eens zijn met wat hij gaat zeggen in zijn termijn: geen gekunsteld gedoe. Wat een verademing. Obama heeft zich jarenlang een bruggenbouwer getoond. Iemand die naar overlappingen in meningen zoekt, niet de verschillen wil benadrukken. Eigenlijk het tegenovergestelde van alle polarisatie die de laatste jaren wortel schoot in deze wereld. Genoeg daarvan.
Een speech om te onthouden: de acceptatiespeech in Denver na zijn overwinning op Hillary Rodham Clinton.
Communicatief gezien vond ik deze presidentscampagne razend interessant. Wat deden de kandidaten goed, wat ging er mis? Laat ik het eens op succes- en faalfactoren beschouwen.
Wat deed McCain verkeerd?
De campagne van John McCain faalde door zeven (7!) cruciale factoren. Factoren die Obama ruimschoots getackled had.
1. TEAM. McCain's team hing als los zand aan elkaar. Er was verdeeldheid over de manier van campagne voeren. McCain wist geen eenheid te maken van zijn achterban, en wisselde te vaak van strategie. Dit maakte het een kwetsbaar geheel.
2. THEMA. Waar Barack Obama vanaf dag 1 het thema 'CHANGE' centraal stelde, startte McCain met een pro-Irakoorlog standpunt. Vervolgens schakelde hij over naar 'No Surrender' (wat eigenlijk al aangaf hoe hij ervoor stond ten opzichte van Obama), om daarna naar Obama's beproefde thema 'Change' over te schakelen. Too little, too late. En toen dat ook niet meer werkte, koos hij voor het ouderwetse moddergooien richting Obama. Tja, een kat in het nauw...
LEES VERDER...
3. GELD. Waar Obama de staatssubsidie voor zijn camapagne weigerde, nam McCain deze aan. De Republikein wist aanvullend te weinig geld in te zamelen, en klaagde daarbij steen en been over het geldtekort. Wat ook niet hielp was dat Sarah Palin als een verongelijkt kind naar Obama wees: 'Als hij wint, is dat alleen maar omdat hij meer geld heeft. Daar kunnen wij niets aan doen, als wij meer geld hadden, dan was het een done deal'. Een grote misvatting: een campagne bekostigen blijkt niet primair om geld te gaan, maar om inventiviteit, een slimme aanpak en...draagvlak bij je doelgroep. Zoals Barack Obama heeft aangetoond. Obama nam het heft in eigen handen en riep zijn achterban op een bedrag van pakweg tussen de 0,25 en 80 dollar te doneren. Bedragen die de meeste kiezers nog net konden missen, in de huidige economische malaise. Iedereen die wilde doneren, kon dat dus ook. Omdat ze het gevoel hadden dat hun kleine donatie een verschil kon maken, ook in vergelijking met grote donaties van enorme bedrijven. En dat bleek. De 'change' gedachte ging dus ook niet alleen om de vertaling 'verandering', maar ook 'wisselgeld'. Dat is pas 'change'!
4. MENS. Waar McCain overkwam als een ietwat houterig verlengstuk van George Bush (zie punt 5), oreerde Obama uit zijn hart. Wist individuen te raken. Te overtuigen van de kansen om te veranderen, en de noodzaak daartoe. Hoeveel tranen hebben we niet zien plengen tijdens Obama-speeches? Kijk naar de YouTube-speech op deze pagina, en je weet waarom.
5. DE PUINHOPEN VAN ACHT JAAR BUSH. Als je 90 procent van de keuzes van Bush hebt geaccordeerd, zoals McCain, dan heb je weinig goeds te verdedigen. Voor degenen die de hostorische afleving van Saturday Night Live niet hebben gezien: hier is 'ie. Echt hilarisch, en de sketch slaat de spijker op z'n kop. Ik kreeg er zowat medelijden door voor John. Bush in de sketch: 'A vote for senator McCain is a vote for George W. Bush'. Arme John.
6. SARAH PALIN. Tja. Dat was inderdaad niet zo'n goede move. Bij het satirische programaa Saturday Night Live hebben ze niet eens een tekstschrijver hoeven inzetten: ze gebruikten in hun sketches Sarah's eigen woorden. Die bleken hilarisch. Als Sarah ze zelf uitspreekt, lijken ze in ieder geval ook weinig hout te snijden. Ook is het niet zo'n goed teken als je geen nationale krantnaam weet te noemen. Evenmin is het prettig, being John McCain, als je running mate zich op een gegeven moment tegen je keert om er zelf beter van te worden. Om de campagne in haar eentje te 'redden'. Maar goed, dat is my humble opinion.
7. INTERNET. John McCain was niet zo aanwezig (of populair) op internet. Hij was de man van de old school campaign. Barack Obama pakte het slimmer aan. Hij heeft bewezen dat hij zich thuis voelt in de 21e eeuw. De slimmerik heeft een uitzonderlijk intelligent gecomponeerde internetcampagne gevoerd. Hij was overal te vinden. Op zijn best-wel-briljante website, op Facebook. Op LinkedIn. Op MySpace. Talloze malen op YouTube. Op fotosite Flickr. En...op Twitter.
Ik denk dat er niemand (behalve John McCain en George 'Dubya' Bush) was die NIET een mailtje in zijn of haar inbox wilde vinden met de melding: 'Barack Obama is now following your updates on Twitter''. Niet dat Barack zelf met zijn mobieltje zat te twitteren (wat onze eigen minister Verhagen overigens wel doet!), maar je voelt je wel extra betrokken, snel op de hoogte, en laagdrempelig verbonden met de presidentskandidaat. Daar komt nog bij dat hij ook nog eens aan het werk is gegaan met crowdsourcen. Zou John McCain überhaupt weten wat Obama via internet voor elkaar heeft gekregen? Zeven cruciale factoren die er niet om liegen, lijkt me zo. Er is overigens wel iets dat John McCain goed heeft gedaan. Hij gaf een bijzonder respectvolle, oprechte, bijzondere, kwetsbare speech uit het hart, toen hij zijn verlies moest erkennen. Waarmee hij wel een stuk respect bij mij afdwong. Als hij eerder zo gesproken had, had hij het Obama wellicht iets moeilijker gemaakt.
Yes We Can / Yes I Can
Los van de strategische aanpak van Obama voel ik zelf een oersterke verbondenheid met de woorden 'Yes We Can'. Eigenlijk al pakweg achttien jaar. Toen ik er als weeskind alleen voor kwam te staan, moest ik de motivatie uit mezelf halen. Om te worden wie ik wilde zijn, om te bereiken wat ik wilde verwezenlijken. Tegen de (uitgesproken) negatieve verwachting van sommige anderen in heb ik inderdaad enorme stappen weten te zetten. Studie, baan, bedrijf, passie voor werk. Om maar wat op te sommen. Dat heb ik aan mezelf te danken, mijn geloof ik wat ik kon bereiken, en aan het geloof dat sommige andere - zeer inspirerende - mensen in mij hebben getoond. 'Ja, dat kun je WEL!', zeiden zij als ik ergens aan twijfelde. 'Yes, you can'. Als ik bang was dat ik iets niet zou kunnen. Ik zette door het gegeven vertrouwen de stappen naar een gelukkiger leven. Na zeventien jaar van hard en bezield doorwerken kreeg ik van een familielid, die zich nooit kon voorstellen waar ik allemaal mee bezig was, een kaart met de woorden 'Trots op jou'. Dit was iemand die eerder minder vertrouwen in mij had getoond. Het beeld bleek gekeerd. Dus ik kan het er alleen maar roerend mee eens zijn: hoe erg iets ook kan zijn, er is altijd uitzicht op een beter perspectief. En dat verschil kun je zelf maken. Maar het liefst samen. Yes We Can.