Maatschappelijk betrokken werken is niet (meer) voor softies
Deze week las ik op op de site van Sprout een berichtje over het toenemende aantal bedrijven dat meer maatschappelijk betrokken in de wereld staat. Hartstikke goed, vind ik. Mijns inziens is het een positieve wending dat bijvoorbeeld bedrijfsuitjes niet alleen maar meer bestaan uit paintballen en steengrillen. Goed dat ondernemingen er voor voelen om meer zingeving te leggen in het zich vrijwillig inzetten voor positieve projecten. Ik denk dat het ook steeds gangbaarder wordt. Een aantal jaar geleden kwam ik nog wel eens collega's bij diverse projecten tegen die er ongegeneerd voor uitkwamen dat ze niets voelden voor het goede doel. Werknemers moesten 'gepamperd' worden na een jaar hard werken, dan zouden ze zoch toch zeker niet inzetten voor 'n ander? Fijn dat het tegenwoordig stoerder is om te zeggen dat je juist wél actief wilt worden voor zinnig werk.
Een andere kwestie is dat de bereidheid tot goede daden wel al te nadrukkelijk wordt uitgemolken in de marketingmachine. In een artikel van begin juni op de website van Communicatie Online wordt deze zaak uitgeplozen. Steeds meer critici bekijken he valide deze claims van barmhartigheid eigenlijk zijn, en hoe schimmig het gebied tussen 'goede daden' en 'goede marketing' eigenlijk echt is. Een goede zaak.
Soms gooien bedrijven immers hoge ogen met minimale ingrepen. Maatregelen die bijna standaard zijn, of waarmee ze slechts zijdelings bijdragen aan een betere wereld. Uitsluitend filantropisch zaken doen kan ook weer niet: dat lijkt een contradictio in terminis. Ik vind het een boeiend spanningsveld, dat ik zeker in de gaten zal houden de komende maanden.
Om maar even een knuppel in een hoenderhok te gooien: misschien is het niet zo héél erg dat de vorheen stoere jongens zich nu in MVO storten. Als zij een dermate machtige positie hebben om daardwerkelijk grote slagen te maken, dan is het misschien wel goed om die ontwikkeling juist te stimuleren. Maar even belangrijk is het in dat proces om de mogelijke grilligheid in de gaten te houden. Als bijvoorbeeld oliebonzen van 'alleen groot geld maken' overstappen naar een imago van 'goodie two shoes', dan klopt er iets niet en is het verstandig om werkelijke motieven te ontrafelen.
Wordt vervolgd...